Impact van medicamenteus management op de lengte van het resectiepreparaat van het terminale ileum bij de ziekte van Crohn


E.J. de Groof, T.J. Gardenbroek, C.J. Buskens, C.Y. Ponsioen, G.R.A.M. D'Haens, W.A. Bemelman

Voorzitter(s): J. Heisterkamp & F.H.W. Jonker

Donderdag 28 mei 2015

14:24 - 14:36u in Diezehal

Categorieën: vrije voordracht, colorectale chirurgie

Parallel sessie: V02 Benigne Colon/Appendix en Maligne Colon I


Gedurende de laatste tien jaar zijn de behandelprotocollen voor patiënten met de ziekte van Crohn in het terminale ileum veranderd. Anti-TNF antilichamen zijn nu onderdeel van standaard medische behandeling geworden en deze step up benadering is geformaliseerd in de klinische richtlijnen die door de Europese Crohn en Colitis Organisation (ECCO) zijn opgesteld. Het doel van deze studie was te analyseren of verbeterde medicamenteuze behandeling heeft geresulteerd in minder uitgebreide resecties en een langere tijd tussen diagnose en operatie. In een retrospectieve cohort studie werden patiënten die een ileocecaalresectie voor de ziekte van Crohn ondergingen tussen januari 1999 en oktober 2014 geïdentificeerd uit een prospectief onderhouden database. Lengte van het resectiepreparaat werd direct postoperatief gemeten op de afdeling pathologie volgens standaard protocol. Van de 172 ileocecaalresecties werden er 115 laparoscopisch (27 single port) uitgevoerd. 55 patiënten waren man (32,0%) en de gemiddelde leeftijd ten tijde van de operatie was 28 jaar (IQR 23-40). In de loop der jaren werd een aanzienlijke afname van tijd tussen diagnose en operatie geobserveerd (mediaan 27 maanden in 2004 versus 6 maanden in 2013; Spearman correlatiecoëfficiënt -0,654, p<0,001, Figuur1). Er werd tijdens deze periode geen significante afname van de lengte van het resectiepreparaat van het ileum gevonden (mediaan 20,0 cm, IQR 12,0-30,0, Spearman correlatiecoëfficiënt -0,137, p=0,145). Deze studie toont een afname van tijd tussen diagnose en operatie bij patiënten met Crohn in het terminale ileum. Er kon echter niet worden aangetoond dat verandering in medicamenteuze protocollen heeft geresulteerd in minder uitgebreide resecties van het terminale ileum.