P.P.H.L. Broos, Y.W. 't Mannetje, M.J.A. Loos, M.R.M. Scheltinga, L.H. Bouwman, P.W.M. Cuypers, M.R.H.M. van Sambeek, J.A.W. Teijink
Voorzitter(s): J.M. Hendriks & V. Jongkind
Donderdag 28 mei 2015
16:42 - 16:54u
in Auditorium
Categorieën: vrije voordracht, vaatchirurgie
Parallel sessie: V10 Vaatchirurgie I
Doel:
Een geruptureerd abdominaal aorta aneurysma (rAAA) van de aorta abdominalis is geassocieerd met een hoog sterfte cijfer. Uit de huidige literatuur blijkt dat een rAAA, waarbij preoperatieve reanimatie (CPR) nodig is, resulteert in een sterfte van 100%. Het doel van de studie was het evalueren van uitkomsten in rAAA patiënten waarbij preoperatieve CPR noodzakelijk was (CPR groep). Overige rAAA patiënten dienden als controle groep (niet-CPR groep).
Methode:
Alle patiënten die behandeld werden voor een rAAA over een periode van vijf jaar in drie Nederlandse centra werden geïncludeerd. Patiënt karakteristieken, Hardman index, klinische gegevens en specifieke CPR data werden verzameld. De primaire uitkomst was 30-dagen mortaliteit.
Resultaten:
In totaal waren er 199 patiënten met een rAAA, waarvan er 176 patiënten chirurgisch behandeld werden. De CPR groep includeerde 13 patiënten (7.4%) en de niet-CPR groep 163 patiënten (92.6%). De overleving na 30 dagen was 38.5% (5/13) in de CPR groep. Mortaliteit was bijna drie keer hoger in de CPR groep vergeleken met de niet-CPR groep (61.5% vs. 22.7%, p = .005). Beide CPR patiënten die endovasculair behandeld werden hebben het overleefd. Van de 11 CPR patiënten die open chirurgische reconstructie ondergingen overleefden er drie (27%, p = .128). De 30-dagen mortaliteit voor de totale patiëntpopulatie met een Hardman index van 0, 1, 2 of 3 was respectievelijk 16.1%, 31.0%, 37.9% en 33.3% (p = .093).
Conclusie:
Een rAAA in combinatie met preoperatieve CPR is niet altijd dodelijk. Alle patiënten moeten uitvoerig worden beoordeeld door een vaatchirurg voordat chirurgische behandeling geweigerd wordt.