M.D.M. Bolmers, C.C. van Rossem, A.A.W. van Geloven, W.A. Bemelman
Voorzitter(s): E.D. Wilschut & H. Langeveld
Donderdag 28 mei 2015
14:48 - 15:00u
in Multifunctionele zaal
Categorieën: vrije voordracht, algemene chirurgie, kinderchirurgie
Parallel sessie: V03 Experimentele Chirurgie en Kinderchirurgie
In de maanden juni en juli 2014 werd in 62 Nederlandse ziekenhuizen een ‘snapshot’ studie uitgevoerd over uitkomsten van de chirurgische behandeling van appendicitis.
Alle patiënten geopereerd voor verdenking op appendicitis acuta werden prospectief geïncludeerd, deze analyse betreft een sub-analyse van kinderen (In totaal werden 541 kinderen geïncludeerd, 27,4% van alle inclusies. De mediane leeftijd was 12 jaar (1-17), 60,1% jongens. Bij vrijwel alle patiënten (98,9%) werd preoperatieve beeldvorming verricht; alleen echografie bij 90,6%, bij 1,7%aanvullende CT-scan, bij6,5%aanvullende MRI-scan en bij 1 patiënt (0,2%) direct een MRI. 329 patiënten (70%) werden in opzet laparoscopisch geopereerd(1,7%conversie) . Patiënten onder de 12 jaar werden in 47,9% laparoscopisch geopereerd en onder de 6 jaar in 35,7%. In 5,7% van de patiënten werd de operatie uitgevoerd in een kinderchirurgisch academisch centrum. 155 (28,7%) patiënten had een gecompliceerde appendicitis (gangreneus, geperforeerd of pus) waarvoor nabehandeling met antibiotica,16 patiënten (3,0%) hadden een appendix sana. De mediane opnameduur was 2,0 dagen. Postoperatief trad een wondinfectie op bij 1,7%, en een intra-abdominaal abces bij 5,9%. Er werd geen verschil gezien tussen de laparoscopische en open techniek in het vóórkomen van wondinfecties (OR 0,313 95%BI 0,077-1,267; P=0,104), intra-abdominale abcessen (OR 1,013 95%BI 0,481-2,135; P=0,972).
Conclusie: Vrijwel alle patiënten ondergaan conform de richtlijn preoperatieve beeldvorming en waarschijnlijk hierdoor is het percentage appendix sana laag. De laparoscopische techniek wordt bij oudere kinderen meer gebruikt dan de open techniek en er geen verschil is in uitkomst tussen beide technieken.