D.J.C. van der Ven, T.K. Timmers, P.E. Flikweert, A.L.A van IJseldijk, G.D.J van Olden
Voorzitter(s): C.H. van der Vlies & H.P.A.M. Poos
Donderdag 28 mei 2015
16:40 - 16:50u
in Multifunctionele zaal
Categorieën: vrije voordracht, traumachirurgie
Parallel sessie: V09 Traumachirurgie
Doel:
Het vergelijken van de patiëntgerichte uitkomsten na operatieve plaat fixatie met een conservatieve behandeling van gedisloceerde midschacht clavicula fracturen.
Methode:
Tussen januari 2008 en juli 2010 werden alle patiënten met een nieuwe gedisloceerde midschacht clavicula fractuur prospectief geïncludeerd. Randomisatie werd gedaan door de patiënten zelf. Patiënten werden na 2, 6 weken en 6 maanden terug gezien op de polikliniek. Follow-up werd vervolgd tot augustus 2014, waarna de lange termijn uitkomsten werden gemeten.
Resultaten:
97 patiënten werden geïncludeerd. De gemiddelde DASH en Constant score na 6 weken waren significant beter in de operatieve groep (90,13±15 en 16,0±17,2) dan in de conservatieve groep (77,9±17,3 en 26,7±18,3). Daarnaast konden patiënten in de operatieve groep eerder aan het werk (2,3±1,9 versus 4,05±3,0 weken p<0,02). Na 24 weken werd er geen significant verschil gezien tussen de groepen; Constant (96,6±10,0 versus 94,5±5,8, p=0,3) en DASH scores (9,2±11,7 versus 7,2±11,0, p=0,66). Vier patiënten ontwikkelde een pseudoartrose. Na een follow-up van gemiddeld 5,3 ±0,6 jaar werden er geen significant verschil gezien in de functionele uitkomsten tussen de groepen (5,8±10,0 versus 2,8±5,1P<0,10). (P<0,01). Tevredenheid van de patiënten over de behandeling was hoger in de operatieve groep (<p<0,0008).
Conclusie:
Een significant beter uitkomst werd gezien na 6 weken in de operatieve groep. Echter na 24 weken en gedurende lange termijn follow-up werd geen verschil gezien in de functionele uitkomsten voor beide groepen. De uitdaging voor de toekomst is dan ook om de subgroep van patiënten te identificeren die zouden kunnen profiteren van een primaire chirurgische behandeling.