P07. Kleine kans op een regionaal recidief bij triple-negatieve mammacarcinoompatiënten in Nederland


L.M. van Roozendaal, L.H.M. Smit, G.H.N.M. Duijsens, B. de Vries, M.L. Smidt

Donderdag 28 mei 2015

12:00 - 13:00u
Categorieën: posters

Parallel sessie: Posters


Doel
Het triple-negatief mammacarcinoom omvat 15% van de mammacarcinoompatiënten. Het wordt geassocieerd met snellere recidiefvorming en slechtere overleving en kan systemisch alleen behandeld worden met chemotherapie. Diverse studies onderzoeken/onderzochten de veiligheid van minder okselbehandeling. Door ondervertegenwoordiging van triple-negatieve mammacarcinoompatiënten in de studies zal er onvoldoende power zijn voor significante resultaten in deze subgroep. Het doel van onze studie is het in kaart brengen van de ontwikkeling van regionale recidieven bij cT1-2N0 triple-negatieve mammacarcinoompatiënten.

Methode
Vrouwengediagnosticeerd in 2005-2006 (n=1529) met cT1-2N0 triple-negatief mammacarcinoom werden geanonimiseerd aangeleverd uit de Nederlandse Kankerregistratie met follow-up data tot 2013. Patiënt- en tumorkarakteristieken staan in Tabel 1. Kaplan-Meier methode werd toegepast voor survival analyse.

Resultaten
Een schildwachtklierprocedure werd uitgevoerd bij 1261 patiënten (ITC: 2%; micrometastase: 3%; macrometastase: 11%), gevolgd door een okselklierdissectie bij 15%. Een primaire okselklierdissectie (ondanks cN0-status) werd uitgevoerd bij 246 patiënten. Vijf-jaars regionaal recidief-percentage was 0,8%. Na een mediane follow-up van 6,6 jaar hadden 16 patiënten een regionaal recidief. Acht van de 16 patiënten werd borstsparend behandeld en 8 ablatief. Elf patiënten ondergingen adjuvante chemotherapie. Verder werd in de totale groep (n=1529) tijdens follow-up bij 36 patiënten (2%) een lokaal recidief gedetecteerd, bij 207 (14%) een afstandsmetastase en overleden 369 patiënten (24%). Vijf-jaars overleving was 81%.

Conclusie
Triple-negatieve cT1-2N0 mammacarcinoompatiënten ontwikkelen zelden een regionaal recidief, maar aanzienlijk vaker een afstandsmetastase. Inclusie van triple-negatieve patiënten in gerandomiseerde studies naar minder okselbehandeling lijkt daarmee gerechtvaardigd.